Rode mul uit de Noordzee, verse doperwtjes uit Spanje en gewone Nederlandse aardappelen.
De mul was voor een mulletje buitengewoon groot: 4 ons, zodat er twee filets van een ons over bleven. Dit is een makkelijk schoon te maken vis, de schubben komen makkelijk los en na het fileren blijven er weliswaar nog wat graatjes over, maar die zijn er zo uit te halen. Dus kun je er ook als amateur bij mulletjes van dit formaat prachtige filets van maken. Je kunt ze het beste echt heel heet bakken, 2-3 minuten op de huidkant en 1 minuut aan de andere kant. Ik had ze door wat bloem met verse kruiden gehaald. De kruiden worden bij het bakken wel iets donkerder maar nog (lang) niet zwart.
Ik maakte van aardappelen en een kleine peterseliewortel een smeuïge puree met wat boter en melk, p/z en idem van de doperwten. Daar deed ik nog wat gesnipperde rauwe sjalot door, wat platte peterselie en er op een paar ringetjes prei.
Ondanks de zachtheid van de puree miste ik toch nog een sausje. Dat is iets voor de volgende keer. Maar verder heerlijk!