Afhankelijk van de hoeveelheden kun je dit als hoofdgerecht of voorgerecht maken. De bedoeling was twee coquilles per persoon, maar de coquilles in de schelp die ik ‘s-ochtends had gekocht waren tegen de avond al bedorven, wat de voorpret van het maken behoorlijk drukte. Ik had er gelukkig ook nog twee die al schoongemaakt waren, en wel goed waren. Voor twee personen:
- 4 asperges
- 4 coquilles
- 50 gr zeekraal
- 1 grote nieuwe aardappel per persoon
- saffraan, peper, zout, olie
- 1 ontvelde en ontpitte tomaat in kleine blokjes.
- aioli (= knoflookmayonaise)
Aardappelen schillen en in blokjes van een kubieke centimeter verdelen. Opzetten met een beetje koud water in een pannetje waar de saffraan in is gedaan en vrij ruim zout. Aan de kook brengen en 6-8 minuten koken. Ze moeten nog stevig blijven. Afgieten en opzij zetten.
In een grotere pan met water de zeekraal 3 minuten koken. Dan het garingsproces stoppen door de zeekraal even in een bak koud water te leggen. Laten uitlekken en opzij zetten. De asperges schoonmaken, de schillen en uiteinden bij het kookvocht van de zeekraal doen en een kwartier laten koken. De schillen eruit halen. Elke asperge in twee delen snijden: eerst het achterste stuk 4 minuten koken, dan de voorkant erbij en weer 4 minuten. Testen met de scherpe punt van en mesje of ze gaar zijn. Dan afgieten en opzij zetten.
Als het tijd wordt ze op te dienen, zorg dat de borden voorverwarmd zijn. Zet de grillpan en een kleine koekenpan op het vuur. Bak de aardappelblokjes in wat olie. Voeg op het laatst de asperges en zeekraal toe om even op te warmen. Gril ondertussen de coquilles 50 seconden per kant. Direct de borden opmaken en er wat tomatenblokjes over doen en een lepeltje aioli ernaast.
Recept ontleend aan het Kookboek van Ottolenghi.