Ooit, in 1969 of 1970, leerde ik dit recept van een mede-student. Toen ik vandaag verse zilveruitjes op de markt aantrof, besloot ik het weer eens maken. Verse zilveruitjes zijn niet makkelijk te vinden. De grootste kans heb je in augustus, dat is midden in het seizoen. Dan zijn ze ook wel bij een goede groenteboer te bestellen.
Zilveruitjes zijn makkelijker schoon te maken als je ze 30-60 seconden blancheert in kokend water en daarna meteen onderdompelt in ijskoud water. Als je dan een stukje van het kontje er af snijdt, dan kun je het uitje vaak al uit het schilletje duwen.
Het hier gebruikte recept (vrij naar de New York Times) is nogal Amerikaans met de rode peper er in. Voor een Europese versie laat je de peper weg en gebruik je iets meer kruiden (bijvoorbeeld ook nog wat tijm). Eén cup is 16 eetlepels.
- 250 gram verse zilveruitjes
- gelijke delen rode wijnazijn, witte wijn en olijfolie (1/4 cup elk)
- 1/2 cup rozijnen en 1/2 cup krenten
- 2 takjes oregano en 2 blaadjes verse laurier
- 2 ruime theelepels tomatenpuree
- 2 theelepels suiker
- 1/2 rode peper schoongemaakt
- water
In een klein pannetje op een hoog vuur de zilveruitjes, rozijnen, krenten, kruiden, wijn, azijn, tomatenpuree en olie 10 minuten koken. Dan de suiker er bij. Voeg wat water toe, smoor dan nog eens (op een laag vuur met de deksel op het pannetje) 25 minuten. Aan het eind moet het meeste vocht verdampt zijn. Haal de kruiden er uit en laat de uitjes afkoelen in een schaal. Blijft wel een week goed in de koelkast.
Je kunt de zilveruitjes buiten het seizoen vervangen door kleine sjalotjes.