Rode mul is een prachtig visje. Heel lekker in de eerste plaats, en makkelijk te fileren. Er blijven bij het fileren altijd wat graatjes achter die je met een (vis)pincet moet weghalen. De filets zelf zijn niet meer dan een gram of 70. Dus bij het bakken moet je echt even blijven opletten, anders zijn ze te gaar en vallen ze uit elkaar.
Ik bakte ze gewoon op de huid, op een hoog vuur, totdat het huidje goed krokant is en daarna nog een paar seconden aan de andere kant.
De vis ligt op een bedje van in de oven geroosterde bietjes en een beetje uiencompote. Daarnaast maakte ik een gribichesaus, die maakte ik een paar jaar geleden ook al een paar keer. Ik wilde hem iets milder maken deze keer: het ging als volgt.
- een ei, 5 minuten gekookt
- 2 tl mosterd
- 1-2 dl olijfolie
- 1 teen knoflook uit de knijp
- witte peper en zout
- 3 kleine augurkjes fijn gehakt
- 1 el kappertjes fijngehakt
- een mengsel van fijn gehakte kruiden (dragon, bieslook, peterselie en kervel)
- een el dragon-azijn
Water aan de kook brengen. Het ei zo koken dat het ei-geel niet is gestold. Dat is natuurlijk afhankelijk van de temperatuur en de grootte van het ei. Direct uit de koelkast vraagt een wat groter ei 5 minuten. Na koken het ei goed laten schrikken in een grote bak koud water.
Doormidden hakken en het geel in een kommetje laten lopen. Daarbij de mosterd doen. Klop er een mooie mayonaise van met de olijfolie (met een garde, of gebruik de mixer).
Prak het ei-wit fijn en doe daar wat peper en zout over. Meng dit met alle andere ingrediënten en de mayonaise. Laat een uurtje in de koelkast verder afkoelen.