Risi e Bisi, maar dan een beetje anders. De oorspronkelijk Risi e Bisi is immers een soort soepje, of een hele natte risotto, afhankelijk van hoe je het bekijkt. Ik maakte het als bijgerecht bij een dorade, klaargemaakt als een gewone risotto, maar dan juist wat minder nat.
Voor twee personen.
- 150 gram risottorijst
- 250 gram verse doperwten (gewicht na ze te hebben gedopt)
- 3/4 liter kippenbouillon en evt. wat extra water
- 150 gram Hollandse garnaaltjes
- 3 bosuitjes fijn gesneden
- teen knoflook fijn gesneden
- olijfolie
- witte wijn
- paar zwarte olijven in schijfjes
- paar klontjes roomboter
Houd de kippenbouillon tegen de kook aan in een pannetje. In een andere pan in een paar lepels olijfolie de uitjes en de knoflook fruiten. Als deze glazig zijn de rijst er bij en even meefruiten. Afblussen met de witte wijn.
Giet er een soeplepel bouillon over en breng aan de kook. Zo nu en dan doorroeren, en als het vocht een beetje is verdampt doe er opnieuw een soeplepel bouillon bij. Als je dit zo’n twintig minuten lang doet, heb je een goede basis voor risotto.
Maar de erwtjes moeten ook meekoken: die gingen er dus vijf minuten voor tijd bij. Zorg dat ze goed in het vocht terecht komen, anders garen ze niet snel genoeg. Vlak voor tijd deed ik er de garnalen bij en de olijven. Om het af te maken roerde ik er een paar klontjes boter door. Eventueel garneren met wat peterselie en peper en zout toevoegen naar smaak.