Bijzonder AGV-tje

Zondag maakte ik een diner voor zes, en S. suggereerde dat ik weer eens, zoals ik tientallen jaren terug wel eens deed als op een zondagmiddag haar ouders op bezoek waren, gewoon een mooi stuk vlees zou braden, vergezeld van wat aardappelen en groentes. Toen kon ik mijn inkopen nog bij de groenteboer en de slager in de buurt doen, en vooral de groenteboer had hele goede spullen, beter dan de huidige supermarkt. Dus ging ik deze keer weer eens naar de Lange Voort in Oegstgeest, naar een goede slager en groenteboer, en uiteraard naar de Aspergehof in Woubrugge voor de wekelijkse dosis asperges.

Op de foto het hoofdgerecht. Het vlees is Beef Sirloin, een uit Amerika geïmporteerd staartstuk. Dat is een stuk vlees met een laagje vet er boven op. Ik had ruim 1,2 kilo, dat wordt ingewreven met zeezout en zwarte peper, wat olijfolie erover, en gaat dan de hete lucht oven in op 160 graden. Een oven-thermometer er in. Het vlees is goed als de kerntemperatuur 45-48 graden is. Daarna uit de oven halen en onder wat aluminiumfolie 10 minuten laten rusten voor het aansnijden.

Het lijkt maar een klein beetje wat er op het bord ligt, maar het is een behoorlijk groot bord, en die Hollandse kasbonen bijvoorbeeld zijn véél groter dan de Egyptische import die je bij de supermarkt vindt. En véél lekkerder. Deze sperciebonen zijn samen met de buitengewoon malse bospenen (ook al niet de kleinsten) een kwartier in een lichte bouillon gestoofd.

Dan de aardappelen. Rosevals, schoongemaakt, gekookt in de schil en dan in kwarten gesneden. Daarover heen een beetje peterselie, bieslook, tijm en rozemarijn (uit de kruidentuin). Wat olijfolie er over en een half uur in de oven (ook 160 graden) om krokant te worden.

Op het vlees nog een paar druppeltjes rode-wijnsaus (volgens ongeveer dit recept), en er onder een bedje van postelein. Vroeger lustte ik dat niet eens, maar de tijden zijn duidelijk veranderd. Smelt echte boter in een grote koekenpan en smoor daar de postelein één tot twee minuten in (tot het wat geslonken is). Scheutje witte wijn er door en beetje laten verdampen. Meteen opdienen.

Vooraf maakte ik de asperges, met wat zalm, ei en gesmolten boter.  Zelfs degenen die van te voren hadden aangegeven niet zo dol te zijn op asperges vonden deze heerlijk. Ze kwamen dus weer uit de braadzak. Al heb ik twee ovens, het was wat jongleren om een groot stuk vlees, aardappelen, asperges en voor-verwarmde borden op het goede ogenblik uit de oven te kunnen halen.

Tenslotte het toetje: véél Lambada’s met wat ijs.

Het was allemaal buitengewoon lekker. Op het vlees na (dat was gewoon te veel) ging alles op. Ik heb tussendoor zelfs nog even een tweede portie postelein gemaakt voor de liefhebbers.