De grote eetschrijver gaat binnenkort echt een goed recept voor Jambalaya publiceren. Ik las het, kreeg spontaan trek en kon er niet op wachten. Dit is weer zo’n gerecht dat we jaren geleden regelmatig maakten voor vrienden en familie, en waar om de een of andere reden de klad in is gekomen. Ten onrechte.
Normaal gesproken maak je de rijst als in paella, gekookt in de saus. Ik had echter nog gekookte rijst, dus moest ik een versie verzinnen met de rijst en de rest apart van elkaar.
Nog een tip: dit gerecht moet zo gepeperd mogelijk, maar wel zo dat je het nog lekker vindt. Ik kan je niet precies uitleggen hoe ver je moet gaan; als je nog weinig gewend bent neem dan maar een rode peper zonder zaadjes.
- 4 stukjes kipcarbonade
- olie
- een grote ui fijn gesneden
- 4 tenen knoflook fijn gesneden
- peper: ik had een gedroogde rawit, een gedroogde rode peper (beide zonder zaadjes) en een flinke draai uit de molen met cayenne peper.
- een rode paprika in stukjes
- 6 tomaten (ontveld)
- 1,5 ons pittige chorizo in blokjes
- 1 dl kippenbouillon, wat water
- een bakje grote garnalen
- rijst uit de rijststomer (ongeveer 3 kopjes rijst voor twee personen)
- ruim een eetlepel elk van de volgende kruiden: selderie, peterselie, oregano, tijm.
Neem een stevige pan waar je zowel in kunt braden als smoren. Vuur niet te hoog. Bak eerst de kip bruin in wat olie, haal uit de pan als maar net gaar. Snij later in stukjes.
Bak dan de knoflook, ui, paprika en peper uit. Als de ui zacht is, voeg de chorizo toe en bak nog 5 minuten verder. Voeg tomaten toe, bouillon en eventueel wat water en laat dat ruim een half uur sudderen. Prak fijn. Gooi de kip terug (gesneden) en de garnalen, en kook op hoog vuur snel wat in. Meng er op het laatst de kruiden door.
Dien op door wat rijst in een kom te doen, en daarover een aantal eetlepels saus met inhoud te gieten.