Ik wilde een paar gerechten uit "Piri Piri & Sardientjes" maken, het nieuwe boek van Tessa Kiros. Dit is er één van.
Ik vond zowaar Nederlandse mosselen op de markt. Het zijn "hangmosselen", die kunnen kennelijk wat eerder dan het officiële seizoen start al geoogst worden. De schelpen zijn vrij klein en vrij breekbaar, maar de mosselen erin waren uitstekend. Dus maakte ik deze gegratineerde mosselen naar het voorbeeld uit dit boek.
Tessa hakt de mosselen fijn voor ze te gratineren, maar dat gaat me te ver. Daarnaast had ik natuurlijk het probleem dat ik geen piri piri heb (een heel hete peper), dus ook dat moest anders. Het resultaat was echter meer dan prima.
- 1 kg mosselen
- 2 eetlepels witte wijn
- teen knoflook
- 3 takken peterselie
Maak de mosselen heel goed schoon op de bekende wijze, kook ze in wat witte wijn, waarin een teen knoflook en een paar takken peterselie. Laat afkoelen, haal de mosselen uit de schelp, en maak met de helft van de schelpen een bodem in een ovenschaal.
- 2 gedroogde (rawit) pepertjes gehalveerd.
- snufje cayenne peper
- 1 fijngesneden sjalotje
- 2 tenen knoflook fijngehakt (neem vooral verse knoflook, niet die gedroogde)
- sap van een halve citroen
- 2 volle eetlepels gehakte peterselie
- 1 eetlepel olijfolie
- broodkruim of paneermeel
Bak in een pannetje de sjalot goudgeel, bak dan even de knoflook mee en roer de peper er door heen. De knoflook mag niet bruin worden, blus af met citroen. Doe de mosselen en de peterselie er bij en warm weer op en meng goed door elkaar. Als het kookt, vuur uitzetten. Rawits er uit halen. Leg de mosselen terug in de schelpen en overgiet met de restjes vocht uit de pan. Strooi er wat paneermeel over en zet nog een paar minuten in de oven onder de gril.