Het was een beetje feest vandaag. Niet alleen ging ik vanochtend naar de cardioloog voor de jaarlijkse check, die niets meer kon vinden en mij dus "beter" verklaarde, er waren ook verse doperwten op de markt.
Ik kan me niet herinneren wanneer ik voor het laatst verse doperwten heb gegeten. Ooit, toen ik op de middelbare school zat, waren ze gewoon. Maar dat is voor 1966. Het is heel goed mogelijk dat ik ze daarna nooit meer gegeten heb, en het is bijna zeker dat ik ze na ’66 niet heb zitten doppen. Mijn ouders hadden later wel een moestuin, maar daarvan weet ik vooral de voortreffelijke verse capucijners. Die hoop ik ook ooit nog eens opnieuw te kunnen proeven. Afijn.
Ik kocht een kilo, en dat bleek echt te veel voor twee. Je houdt ongeveer een pond over. Dus ging de helft (na doppen) de vriezer in. Dat is wel een beetje het probleem met verse doperwtjes: na doppen gaan ze snel achteruit. Dus meteen verwerken (in je gerecht, of invriezen).
Ingredienten:
- 125 gram mooie ham in stukjes
- 1 fijngehakt sjalotje
- olijfolie
- 2 eetlepels zelf gemaakte bouillon van kip (uit de vriezer)
- een scheut witte wijn
- 250 gram verse doperwtjes
- flintertjes salie en klontjes echte en ongezouten boter
Smoor het sjalotje en de ham zacht 5 minuten in de olijfolie. Voeg de bouillon toe, de wijn, en de erwtjes. Breng weer aan de kook, en zorg dat het vocht in een minuut of 6 grotendeels verdampt is. Doe er naar smaak flintertjes verse salie en boter door en dien direct op.
Wij aten het met gebakken aardappelen en kiprolletjes (zie eerder), die ditmaal gevuld waren met salie, ansjovis en gerookte kaas. Rare combinatie? Ja, maar het werkt prima. Als dessert maakte ik een fruitsalade.