De dag voor ik naar Cannes ging, dat was een vrijdag. Normaal kookt Sylvia dan Indisch, maar ik nam het een keertje over. Aan echt Indisch koken waag ik me niet, daar heb ik een achterstand van generaties van haar moeder en oma. Met min of meer dezelfde ingredienten (maar andere kruiden) brouwde ik iets Chinees-achtigs.
Omdat alles in een wok gaat — en dus snel — snijden we eerst alles klein. Ik hoefde alleen de groentes te doen.
In de bakjes staan de kruiden al klaar. Knoflook en gember in het eerste bakje, dan prei, dan ui, en tenslotte bieslook en koriander (voor over de rijst).
Inmiddels staat de rijst ook in de stomer.
Wok één is voor de groentes. Hier gaan de aspergetjes met gember en knoflook.
Als ze een beetje gaar zijn, afblussen met sojasaus, sherry, vissaus en voorgekookte garnalen toevoegen. Dan in de oven warmhouden. Zie hier.
In dezelfde wok gaan daarna de groentetjes voor de rijst (weer met knoflook en gember). In een andere wok gaan kalkoenblokjes die eerst zijn bestrooid met 5-kruidenpoeder. Deze wok kan meer hitte hebben en dat is makkelijker voor de rijst straks.
Nu gaan zowel de groentetjes als de kalkoenblokjes even in een bakje en bakken we knoflook en gember in de resterende olie, en daarover de rijst. Het hoeft geen nasi-goreng te worden, de rijst hoeft niet te bakken. Gooi er nog een scheutje sojasaus door. Dan groentetjes en kalkoen weer terug en opwarmen.
Dit is het resultaat (links de rijst, rechts de garnalen met asperges):
Maar wacht: ik had ook nog een echte Javaanse omelet gemaakt. Dit is het recept:
- 3 met zout en peper geklutste eieren
- 2 sjalotjes, 1/2 preitje en eventueel een klein beetje selderij (fijngesneden)
- 1 fijngesneden rode peper zonder pitjes
- olie
- 1 fijngesneden teentje knoflook
Breek de eieren in een schaal en klop ze los met het zout en de peper. Doe de groentes en de rode peper bij de losgeklopte eieren.
Verhit 1 eetlepel olie in een koekenpan en zet het vuur laag als de olie heet is. Doe de eimassa erin. Laat het stollen, schuif in het begin het al gestolde ei met een spatel iets opzij, zodat alle ei kan stollen. Laat de onderkant van de omelet lichtbruin bakken. De bovenkant mag nog best wat zacht zijn. Laat de omelet uit de pan in een groot bord glijden en rol hem op, snijd hem in schuine repen.