Ultiem in de zin van: de laatste keer dat ik er voorlopig over publiceer, want met deze versie heb ik nu wel genoeg geëxperimenteerd. Zoete zuurkool met rookworst, Casselerrib en cranberry-saus en een stukje droog gebakken katenspek. En wat aardappelen natuurlijk.
De zuurkool beschreef ik eerder hier. Ik maakte het niet helemaal zoals die vorige keer: ik deed eerst vier plakjes katenspek op de bodem van de pan. Ik nam meer bier en kookte de zuurkool een uur. Dan pas de appelen erbij, na een kwartier het rookworstje en dan nog een kwartier. Pas op voor aanbranden, doe er desnoods later nog wat extra vocht bij. En de zuurkool moet absoluut vers zijn, zo uit het vat, geen voorverpakte, gesteriliiseerde of zelfs voorgekookte zuurkool uit een pakje. Als je die 1,5 uur kookt is de smaak vertrokken.
De cranberrie-saus beschreef ik hier. Die ligt op de foto op wat casselerrib, die ik net als het rookworstje bij een goede slager kocht. Het (ambachtelijke) rookworstje is stukken beter dan elk Unilever worstje. Maar wat is casselerrib? DE meeste mensen kennen het alleen als broodbeleg.
Bij deze slager is het ook een wat speciaal gesneden botloos stuk varkenscarbonade met wat randjes vet. Deze is licht gepekeld en koud gerookt (dus nog grotendeels rauw) en daarna in plakken van ongeveer 75 gram gesneden. Je moet diebraden. Het idee om dit eens te proberen kwam van de Eetschrijver, die carbonade zelf rookte en in de erwtensoep verwerkte. De rooksmaak was vrij sterk, misschien moet ik het de volgende keer ook zelf roken.
Maar het was heerlijk!