Dit wordt even gefrituurd en gaat dan in de oven. Bijzonder is dat de balletjes niet door paneermeel maar door polenta-meel worden gerold.
Voor de balletjes:
- een pond kabeljauw of andere witte vis
- 300 gram aardappelen, gekookt
- 5 tenen knoflook
- 3 el gemalen komijn, zout
- 2 eieren
- handvol peterselie en koriander, gehakt
- gedroogde chili peper of cayennepeper naar keuze
- 6 eetlepels polenta snel-klaar meel.
Maal de vis en knoflook fijn in de keukenmachine. Maar niet te fijn. Prak de aardappelen fijn, snij de kruiden, meng met de eieren tot een stevige massa. Misschien helpt het om dit even in de koelkast op te laten stijven. Maak er dan walnoot-grote balletjes van en rol die door de polenta.
We frituren de balletjes op 190 graden, maar slechts zo kort dat ze goudbruin zijn. De binnenkant is dan nog niet gaar, ze moeten nagaren in de oven op 200 graden hete lucht gedurende een minuut of zeven.
Het is opvallend hoe goed dit werkt. De inhoud van de balletjes is opvallend zacht, en de polenta geeft het de benodigde stevigheid. Veel makkelijker dan met paneermeel. Ze blijven ook goed heel: op de foto had ik ze al even opengeprikt met een vork (om te kijken of ze niet te heet zijn van binnen). Ik denk echt dat je op deze manier ook heel lekkere kroketten en bitterballen kunt maken. Dat ga ik binnenkort eens proberen. Het voordeel is dat je in de voorbereiding voordat de gasten er zijn kunt doorgaan tot en met het frituren. Tien minuten voor het opdienen in de hete oven en voila!
De tomatensaus kan je op allerlei manieren maken: van vier grote tomaten ontvelde en fijngehakte tomatenn, of met een voorraadje tomatensaus. Verrijkt met knoflook, rode peper en snufje suiker en veel gescheurde basilicum. Even laten inkoken. Lauwwarm opdienen bij de balletjes.