Stoofpeertjes

Bij de “hertenrug met een korstje” van de Zwethheul stond ook een stoofpeertjesrecept. Het is een recept dat rijk is aan smaken, en voor iemand die niet op de kleintjes hoeft te letten een interessant experiment. Met 5dl goede port en 5 dl goede rode wijn is de marinade een stuk duurder dan de peertjes, en ook echte vanille is niet goedkoop. Maar de smaak is hemels, rijk, zoet met een bittertje van schillen van citrus. Kortom een aanrader voor kerst.

• 12 stoofpeertjes
• 5 dl rode port
• 5 dl rode wijn
• 100 gr suiker
• 2 citroenen in 8 stukken gedeeld (met schil)
• 2 sinaasappelen in 8 stukken gedeeld (met schil)
• 2 kaneelstokjes
• 1 vanille-stokje gehalveerd

Schil de stoofpeertjes met een dunschiller. Laat de steeltjes zitten. Vergeet ook de onderkant niet schoon te maken met een scherp mesje.  Met de juiste spullen en geduld kun je vanaf de onderkant ook nog het klokhuis verwijderen, maar dat is mij iets te veel werk.

In een pan van 28 of 30 cm doorsnede passen net 12 peertjes naast elkaar, keurig met de steel naar boven. Strooi daar de citroenen en sinaasappels over heen, duw ze een beetje in de holtes tussen de peren. Dan de rest er bij. Aan de kook brengen en 2 uur laten stoven. Ja, twee uur. Laten afkoelen.

Nu zijn de peertjes echt heel erg zacht, dus je moet ze met beleid uit de pan halen. Doe ze in een kom. Zeef de saus en giet die ook in de kom. Dit kun je rustig een paar dagen bewaren in de koeling. Voor opdienen mag je ze wel even opwarmen.