Terwijl ik experimenteerde met de kroketten, maakte S. een recept van haar oma uit een bijna vergaan schriftje.
Haar moeder heet Holtkamp. Ze was 8 in 1929, toen het gezin vanuit Indië een deel van het jaar terugging naar Groningen waar de “roots” liggen van de familie Holtkamp, boeren in Groningen en Noord-Duitsland. Haar oma, half Javaans, toen 31, schreef in een schriftje de recepten die ze in Groningen leerde naast religieus getinte gedichten en versjes die ze hier tegenkwam in dat jaar. Een intelligente onderzoekende vrouw die bijvoorbeeld in Indië experimenteerde met het zelf maken van gist uit aardappelwater, waarvan ze nauwkeurig aantekeningen bijhield in datzelfde schriftje.
Het was toen een heel gewoon recept, maar dat is het niet in deze tijd. Ik heb al moeite moeten doen om (levend) gist te vinden, daarvoor moet je bij een echte bakker zijn, maar die zijn er niet zo veel meer. Turkse of Marokkaanse winkels zijn een beter idee. Bizar was de zoektocht naar krenten: tot een paar dagen geleden was er nergens in Leiderdorp ook maar één zakje krenten te vinden. Tot gisteren de C1000 zijn voorraad spullen voor oliebollen al binnen kreeg. Helemaal onderop de stapel dozen hadden ze een doos met zakjes krenten.
Okay, voor het geval jullie de foto niet kunnen lezen, hier de lijst ingrediënten:
- een pond meel (500 gr)
- 2 ons krenten
- 2 ons rozijnen
- 1 ons sukade
- 1 ons boter
- 3 eieren
- wat suiker
- 2 dl water
- 1 dl melk
- 40 gr gist
- 1 vanille stokje – of
- citroenschil
- wat zout