Ik had mij voorgenomen regelmatig iets over de Nederlandse kaasproductie te schrijven, dus bij deze een tweede aflevering. Kaasjes zijn bij “Puur” in Leiden te krijgen.
Ik heb afgelopen woensdag nog twee stukjes heerlijke Nederlandse biologische kaas gekocht. De eerste is de fluweelzachte Machedoux, een vrij jonge rauwmelkse geitenkaas met een klein wit schimmeltje. Hij komt van de bij kenners inmiddels beroemde geitenboerderij “de oude Streek” van Hanneke Kuppens in Zevenhuizen. Heerlijk.
Ik kocht ook een stukje Olde Remeker.
Dat is een prachtige oude boerenkaas uit Lunteren, (dus) rauwmelks en van de koe, 18 maanden minimaal gerijpt. Wie wil weten wat er allemaal komt kijken om zoiets moois te maken, en hoe dat in de Nederlandse bureaucratie bijna niet meer kan, die leze de blog van de boerin en kaasmaakster Irene van der Voort.
Ik (nota bene liefhebber van oude boeren) kende deze nog niet, en ik ben meteen “om”.
Salade met Bastiaansen Blauwschimmel geitenkaas
Al schrijft de laatste delicious de naam van de kaas foutief (Bastiaanse) — het blijft een mooie kaas om mee te werken en van te snoepen. Hij past ook uitstekend in een salade met lauwe groentes, zoals wat ik vanavond maakte:
- gekookte stukjes snijbonen (nog stevig)
- gekookte stukken stevige aardappel
- 2 kleine rode uitjes fijn gesnipperd
- een hand zwarte olijven in stukjes
- geroosterde pijnboompitjes
- wat basilicum en peterselie
- wat zout
- een vinaigrette met walnoot- en olijfolie en balsamico-azijn
- en natuurlijk stukjes blauwschimmel geitenkaas van Bastiaansen.