Zondag was het tijd om even te oefenen. Twee jonge wilde eendjes, — één per persoon –, half oktober vers gekocht, nu uit de vriezer. De poelier doet het zelf ookzo : dan zijn ze nog goedkoop, en op hun best, en hij bewaart ze in de vriezer voor zichzelf tot kerstmis.
De beestjes zijn maar 300-400 gram, het is echt opletten bij het klaarmaken. Ik braad ze eerst aan in wat boter en olie, voorzichtig dat het niet verbrandt. Op de foto zie je al dat dat net niet helemaal goed ging, want er zijn wat donkere puntjes. Dan gaan ze 15-20 minuten de hete oven in, de eendenborstjes bedekt met een lapje spek. Frequent bedruipen met het bakvocht.
Houd warm in aluminium folie in een lauw-warme oven en maak ondertussen van de aanbaksels een saus, bijvoorbeeld wat ik deed: met wildfond, port, rode wijn en een bouquet garnie. Flink reduceren
Snijd de pootjes en de eendenborsten los, en serveer die met de saus. Bewaar de rest voor het trekken van bouillon (sommige mensen gebruiken hem om de saus verder te laten trekken).
Conclusie: heel erg lastig om hem zo rosé te krijgen als ik wil. ’t Was goed genoeg, maar kon beter. Nog een keer oefenen voor kerst.
Heerlijk… begin al trek te krijgen bij het zien van deze eendjes…
Om verbranden te vermijden kun je geklaarde boter gebruiken. De boter net laten smelten en dan voorzichtig afgieten zonder het vlokkerige onderin. Gebruik hiervoor de pan met de kleinste diameter die je hebt, dit werkt het eenvoudigst bij het afgieten. Het is het vlokkerige dat de verbrande puntjes geeft bij het bakken.